Dieren kunnen ziekteverwekkers bij zich dragen waarvan mensen ook ziek kunnen worden. De ziekten die hierdoor worden veroorzaakt, noemen we zoönosen. Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) maakt elk jaar in opdracht van de NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) een overzicht van de belangrijkste zoönosen in Nederland en hoe vaak ze voorkomen. Het gaat vooral om zoönosen die artsen bij de GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) moeten melden en/of dierenartsen bij de NVWA. Beleidsmakers en andere professionals kunnen deze informatie gebruiken om als het nodig is maatregelen te nemen. 

Net als vorig jaar was de opvallendste uitbraak van 2022 vogelgriep (variant H5N1). Het virus was het hele jaar door aanwezig bij pluimvee en wilde vogels in Nederland. In totaal zijn 76 pluimveebedrijven besmet geraakt en geruimd. Verder is het virus veel gevonden bij wilde vogels, die er vaak aan stierven. Ook zijn er wilde zoogdieren besmet, zoals vossen en bunzingen. In Nederland zijn er in 2022 geen mensen met vogelgriep besmet. 

In de Staat van Zoönosen worden elk jaar bijzondere gevallen van zoönosen uitgelicht. Zo waren er in 2022 meer meldingen van papegaaienziekte (psittacose) dan normaal in de regio rondom Den Haag. De bron hiervoor zijn niet gevonden. Verder blijkt de antibioticaresistente bacterie MRSA het meest voor te komen bij bedrijven met varkens (75 procent). Dit is meer dan bij bedrijven die vleeskuikens, melkvee of vleeskalveren houden. 

Ten slotte behandelt de Staat van Zoönosen elk jaar een thema. Dit jaar is dat ‘Nieuwe voedselbronnen en voedselveiligheid’. Het hoofdstuk gaat onderzoeken naar voedselinfecties die mogelijk via  nieuwe voedselproducten of productiewijzen kunnen worden overgebracht. Deze onderzoeken lopen nog, dus de resultaten daarvan zijn nog niet bekend.